Direct naar artikelinhoud

Opinie: Bewoners van de kwetsbaarste wijken hebben niets aan kunstmatige sociale menging

De roep om meer structureel te investeren in de meest kwetsbare wijken van Nederland is urgent en nodig. Maar probeer dan niet van bovenaf op te leggen wat zo’n wijk zou moeten zijn, betogen tien wetenschappers.

Wooncorporatie Vestia begint na jaren strijd met de bewoners aan de sloop van een aantal huizenblokken in de Tweebosbuurt in Rotterdam.
Wooncorporatie Vestia begint na jaren strijd met de bewoners aan de sloop van een aantal huizenblokken in de Tweebosbuurt in Rotterdam.Arie Kievit voor de Volkskrant

Vorige week vroegen twaalf directeuren van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) in het Algemeen Dagblad om meer structurele investeringen in de kwetsbaarste wijken van Nederland. Wij onderschrijven de ernst van de problemen en de noodzaak van structurele investeringen in de lopende programma’s. Maar in deze vorm zal de oproep bewoners van deze wijken eerder benadelen dan helpen.

Ten eerste bevat de oproep van de directeuren stigmatiserend taalgebruik. Daarmee verergeren zij de negatieve beeldvorming rond deze wijken en kwetsbare bewoners. Zij zetten concentraties van arme mensen neer als ‘dweilen met de kraan open’, een ‘stapeling van problemen’ en ‘vergiftigende criminaliteit’.

Het samenleven van arme mensen maakt een wijk kennelijk ziek. Dus moeten deze ‘achterstandswijken’ naar ‘fatsoenlijke stedelijke gemiddelden'. Want als je beneden gemiddeld bent, dan ben je kennelijk onfatsoenlijk. Politici signaleren dat mensen uit deze wijken niet meer mee willen doen in democratische processen, maar aarzelen niet om hen tegelijkertijd weg te zetten als minderwaardig.

Over de auteur

Gijs Custers is universitair docent aan de Erasmus Universiteit. Gideon Bolt is universitair hoofddocent aan Universiteit Utrecht. Wouter van Gent is universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam. Cody Hochstenbach is universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam. Reinout Kleinhans is universitair hoofddocent aan TU Delft. Sander van Lanen is universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ilse van Liempt is universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht. Jaap Nieuwenhuis is universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Jan Rath is emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Agata Troost is postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Dit is een ingezonden bijdrage, die niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Volkskrant reflecteert. Lees hier meer over ons beleid aangaande opiniestukken.

Eerdere bijdragen in deze discussie vindt u onder aan dit artikel.

Ten tweede suggereren de directeuren dat te grote concentraties van kwetsbare mensen leiden tot meer problemen, en dat de komst van meer welvarende mensen de vanzelfsprekende oplossing is. Vooralsnog is er weinig wetenschappelijk bewijs dat ruimtelijke concentraties van armoede sociale problemen in Nederlandse wijken substantieel verergeren.

Daarentegen is er wel veel bewijs dat het mengen met welvarende nieuwkomers niet leidt tot een betere sociaaleconomische positie van arme bewoners. Bovendien voeden grote verschillen tussen arm en rijk juist in deze wijken de onvrede en het wantrouwen.

Ten derde stellen de directeuren voor om sociale huurwoningen met voorrang te verhuren aan mensen die ‘geen extra aandacht vragen van buren of overheden’, zoals onderwijzers, politieagenten en hulpverleners. In de praktijk betekent dit dat kwetsbare groepen nóg verder in de verdrukking raken. Het is ook een indirecte oplossing: het gebrek aan betaalbare huisvesting wordt door pleisters plakken voor bepaalde groepen opgelost.

Alleen het uitbreiden en breder toegankelijk maken van de sociale huursector zou dit probleem bij de wortel aanpakken. De oproep van de NPLV-directeuren om ‘de te grote concentratie van mensen die aan het overleven zijn in plaats van aan het leven’ te doorbreken, is dan ook vooral een oproep om het aantal betaalbare woningen terug te dringen en kwetsbare bewoners simpelweg te weren uit deze woningen.

Dat brengt ons bij het vierde punt: de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, ook wel bekend als de Rotterdamwet. Deze wet is omstreden vanwege zijn discriminatoire en uitsluitende karakter. Op basis van de wet kunnen mensen zonder inkomen uit werk worden geweerd uit wijken waar de maatregel geldt. Ondanks meerdere evaluaties is er nooit bewijs gevonden dat deze maatregel de leefbaarheid en veiligheid daadwerkelijk verbetert.

Tegelijkertijd beperkt de wet wel de mogelijkheden van woningzoekenden, waaronder een disproportioneel groot aantal mensen met een migratieachtergrond. Deze mensen worden verplaatst naar de uithoeken van de stad. Hun problemen blijven onopgelost of verergeren door een grotere afstand tot voorzieningen.

Ten slotte wordt er weinig gerept over de oorzaken van de huidige situatie. Bewoners worden aangewezen als bron van sociale problemen, terwijl de invloed van decennialang overheidsbeleid onbenoemd blijft. Zo is de sociale huursector geleidelijk afgebroken en uitgekleed, is er gekort op het sociaal minimum, zijn sociale voorzieningen verdwenen en is de overheid grotendeels gestopt met structurele investeringen in kwetsbare wijken.

Wij ondersteunen het pleidooi voor structurele investeringen om mensen meer perspectief te geven. Maar meer perspectief vraagt om andere maatregelen dan wat de directeuren voorstellen. Biedt meer ondersteuning aan de talloze bewonersinitiatieven die in kwetsbare wijken actief zijn. Geef bewoners een serieuze rol in het vormgeven van de aanpak van hun wijk, in plaats van van bovenaf op te leggen wat de wijk zou moeten zijn. Dus geen kunstmatige sociale menging waarbij welvarende bewoners worden voorgetrokken.

Wat pas echt onorthodox zou zijn, is het bijbouwen van sociale huurwoningen in middenklasse- en rijkere wijken. Door deze vorm van spreiding kan de stapeling van problemen in kwetsbare wijken veel verder worden afgeremd.

Wilt u reageren? Stuur dan een opiniebijdrage (max 700 woorden) naar opinie@volkskrant.nl of een brief (maximaal 200 woorden) naar brieven@volkskrant.nl

Help ons door uw ervaring te delen: